zondag 31 juli 2011

Vrijwilligerswerk

De olie die de samenleving normaal laat functioneren

Vrijwilligerswerk is net zo divers als mensen en hun wensen & behoeften. Meestal heeft het een link met een persoonlijke interesse in iets óf met een diepere drijfveer (religieus en/of maatschappelijk). Maar áltijd is het vrijwillig. Het ideaal is "heiliger" dan simpelweg geld verdienen.
Je kunt het begrip vrijwilligerswerk omschrijven als: "Alle werk dat je doet, zonder financiële vergoeding of vergoeding in natura". Het schrijven van deze blog bijvoorbeeld is óók vrijwilligerswerk.

Dat vrijwillig meestal niet vrijblijvend is, begrijpt iedereen. Maar het gaat echt te vér, als je jezelf moet verantwoorden als je op een dag verstek moet laten gaan (bijvoorbeeld bij de dierenambulance). Soms trekt vrijwilligerswerk ook "beroepsidioten" of "statusgevoeligen" aan. Mensen die het betreffende werk zélfs zouden willen doen, als ze er (bij wijze van spreken) nog geld op moesten toeleggen. Of die een soort kick krijgen door de "status" die het betreffende vrijwilligerswerk met zich meebrengt. Deze mensen vergeten vaak, dat andermans enthousiasme soms iets minder fanatiek (of in zijn geheel net even anders) is.

De maatschappij verwacht in deze tijd érg veel van een gemiddelde burger. Om een doodgewoon huis te kunnen kopen, moet je minimaal met z’n tweeën én fulltime werken. Daarnaast heeft de crisis de werksfeer in het algemeen verslechterd: als het erop aankomt moet iedereen vechten om te houden wat hij/zij heeft. Vanzelfsprekend is dit niet bevorderlijk voor de onderlinge sfeer tussen collega’s.
Heb je de pech dat je ontslagen wordt, dan ben je ook nog eens verplicht om verantwoording af te leggen aan de uitkeringsinstantie en "mag" je gaan concurreren met duizenden andere werkzoekenden. En dát, terwijl de banen tegenwoordig niet bepaald voor het oprapen liggen (tenminste als je LBO-er of MBO-er bent). Bovendien moet je náást al die werk- of sollicitatiestress óók nog eens een goede partner, vader of moeder, schoonzoon of –dochter, buurvrouw, vriend(in), verenigingslid, etc. zijn.
Dat mensen tegenwoordig dus steeds mínder zin hebben om in hun (letterlijk) kostbare vrije tijd vrijwilligerswerk te doen, vind ik dus niet méér dan logisch!!!

Daarnaast stellen ook de vrijwilligersorganisaties allerlei eisen aan de vrijwilligers. Er zijn zat openstaande vacatures voor vrijwilligers, maar soms moet je daar zelfs op solliciteren. En dan compleet met CV en foto (...). Kan het nóg idioter???!
Ik denk dat zúlke bedrijven of organisaties op een doodgewone, ordinaire manier willen bezuinigen op beroepskrachten en dus op salarissen. Onder het motto: er is toch altijd wel een gek te vinden die dit wil doen. Zo’n gedachtengang getuigt niet bepaald van "sociale betrokkenheid en/of sociaal verantwoord ondernemen Eerder van a-socialiteit!
De maatschappij (wij met z’n allen dus) zou zulke bedrijven wat mij betreft mogen boycotten als er sprake is van dit soort "oneigenlijk gebruik van vrijwilligers", enkel en alleen om op personeelskosten te besparen. Er moet een gezonde wisselwerking zijn. In een "sociaal gezonde" en evenwichtige maatschappij moet de goede wil wél van twee kanten komen!

Ik heb in verschillende vrijwilligersorganisaties gewerkt. Nooit was er sprake van een sollicitatieprocedure. De politiek kent echter wél "mannetjesmakerij". De ene activist mag slechts folderen en actie voeren en de andere wordt met alle egards binnengehaald en binnen 5 maanden tot wethouder gebombardeerd. Natuurlijk heeft ieder mens andere capaciteiten. Maar het spel moet eerlijker gespeeld worden: met open kaarten. Geef mensen geen valse illusies.

Ik vind vrijwilligerswerk een verrijking van mijn leven. Je moet echter áltijd (kritisch) overwegen wat het je waard is. En welke organisatie jouw kostbare vrije tijd waardig is. Stel jezelf de vraag: ben ik ambitieus of wil ik gewoon een zinvolle dagbesteding? Wil ik dit doen uit sociaal plichtsbesef óf omdat ik er gewoon lol in heb? En niet onbelangrijk: wat heb ik er voor over? Ben ik over 3 maanden misschien alweer vertrokken óf ben ik zo enthousiast dat ik er een fikse discussie met mijn partner (die zich verwaarloosd voelt) voor over heb?!

Kortom: als je alle overwegingen bij elkaar optelt, vind ik het absoluut niet vreemd dat er steeds minder Nederlanders bereid zijn om vrijwilligerswerk te doen. Bedrijven en organisaties verwachten nog steeds té gemakkelijk, dat al hun vrijwilligers-vacatures vervuld zullen worden. Dit is echter géén vanzelfsprekendheid!

dinsdag 26 juli 2011

De volkstuin - wie zaait zal oogsten

Wat leert ons de volkstuin? Het tuinieren, één van de grootste niet-georganiseerde hobbies, mag zich verheugen op een toenemende aandacht in de media.
Een volkstuin is een middel om mensen met elkaar in contact te brengen. De gemeente Heerlen gaf een braakliggend stuk grond in bruikleen aan de bewoners van Meezenbroek, Schandelen en Palemig om er een aantal moestuintjes (pockettuintjes) van te maken. Het doel was om samenhang te creëren in deze wijken.

Samen met mijn vriendin heb ik een kleine tuin van 50 m2 gehuurd in de Kerkraadse wijk Holz.
Vriendin ontving de sleutel van de tuin op vrijdag 11 februari. We hebben sindsdien een soort tijdschema bijgehouden.
In het begin was er veel tijd & energie nodig om het tuintje gebruiksklaar te maken. Het stuk grond was 3 jaar niet meer gebruikt en zodoende was er veel onkruid dat weggehaald moest worden.
We waren in totaal 29 uur bezig, om alles om te spitten en meer-of-minder onkruid vrij te maken (dus 14½ uur per persoon).
Vervolgens hebben we netjes gewacht tot de "ijsheiligen", voordat we onze zelf opgekweekte jonge plantjes aan de "volle grond" toevertrouwden. Jammergenoeg kwam niet álle zaaigoed tot volle wasdom en ook zijn een stuk of 12 plantjes voortijdig gesneuveld door pure onwetendheid.

Van een tuin-buurman kregen we als pleister op de wond twee courgetteplanten cadeau, die ons op 19-07-2011 de eerste vrucht schonken. Een courgette van 3½ kg, schoon aan de haak. En dat geheel zónder mest.
Op dat moment hebben we al minimaal zo’n 62 uur werk aan deze tuin besteed. En dan heb ik nog niet de tijd meegerekend dat we de plantjes water hebben gegeven (vanwege het droge, warme voorjaar van 2011).

Juli was al natter en zodoende hoefden we aan het ‘water geven’ minder tijd te besteden. Het onkruid groeit helaas razendsnel als het regent. Dus daar zijn we voorlopig nog niet vanaf. Maar gelukkig groeien ook de koolrabi’s, de pompoenen, de tomaten en de aardappels als ‘kool’, dus het gaat gestaag de goede kant op.

Het tijdschema van een tuin is vergelijkbaar met die van sport of studie. Het hardst moet je werken, om een basisconditie of basiskennis te verwerven. En verder is het ‘regelmatig bijhouden’ van die conditie of kennis van belang. Niet 1x láng werken, maar regelmatig. En dan mag het ook iets korter zijn. Als je langer dan twee uur aan het leren bent, is de kans groot, dat de hersenen minder opnemen dan de eerste twee uur.

Hoewel we geen echte boeren (landbouwers) zijn, merk ik dat je als tuinier meer leeft (en bezig bent) met de elementen. Voorspellen de weermannen en buienradar regen voor de volgende dag, dan moet je vandáág doen, wat je eigenlijk voor morgen had gepland. Bovendien krijg je steeds meer respect voor Moeder Aarde. Wat zij voortbrengt, wat zij tot leven wekt, daar is de mens niet toe in staat!

Bij het tuinieren gaat het echter om méér dan alleen de netto opbrengst van een stukje grond. Je leert bij het schoffelen en onkruid wieden mensen kennen. En gevraagd én ongevraagd krijg je adviezen. Vriendin en ik zullen wel zien waar het schip strandt. Maar al-met-al vind ik ons "experimentje" nu al geslaagd…