zaterdag 31 januari 2009

De Nationale Gedichtendag 2009

29-01-2009: ‘s-Ochtends wakker geworden en snel mijn dagelijkse portie poëzie tot mij genomen: een spreuk van de Gerardus-kalender.

"Een verzameling wijze uitspraken is meer waard dan veel schatten".

Vervolgens een artikel gelezen uit de "Groene Amsterdammer".

Poëzie als schoffering.
Poëzie vestigd altijd de aandacht op de twijfelachtige aspecten van haar eigen medium, de taal. Is poëzie daarom niet altijd subversief, hoe slecht of braaf ze ook is?
Verderop in het artikel werd dit beter uitgelegd.
Goede gedichten nemen afstand van de wereld zonder haar te verwerpen, ze bieden alternatieven zonder partij te kiezen, ze plaatsen tegenstellingen naast elkaar zonder ze op te heffen of één ervan tot winnaar uit te roepen. Een goed gedicht is principieel getekend door tweespalt. Dat wekt ergernis op, maar ook fascinatie.
Uit: De Groene Amsterdammer, 05-09-2008

Vandaag méér tijd dan gewoonlijk vrij gemaakt voor de letteren. Abdij Rolduc als decor.
Afgelopen zondag werd de omgeving van de abdij bevolkt door zwetende en zwoegende atleten (tijdens de Abdijcross 2009). Nú was het een "feest van de geest". Mijn motto is: "een gezonde geest in een gezond lichaam".

Rolduc cross
Poëzie van het lichaam
Gebundelde krachten snellen voort
Langs hel-en hemelpoort
Kastijding rond een historisch landschap
Ter viering van de schepping van het lichaam
5 km tussen start en finish
Modder, zweet en een innerlijk gevecht
De abdij kijkt toe en zwijgt…

© M. Meyers, 2009


De "Nationale Gedichtendag" werd hier in Kerkrade vooral gewijd aan de wijncultuur van de "Winzers van Rolduc".
Rolduc is altijd een "burcht van wijsheid" geweest. Vaak dacht men deze wijsheid ook in pacht te hebben. De vroege katholieke kloosters bezaten meestal veel boeken. Vaak de soorten boeken die men voor de "normale stervelingen" als verboden beschouwde. Het "vrije woord" was destijds nog niet geboren.
Tegenwoordig is ditzelfde "vrije woord" een vloek. Nederland lijkt geen maat te kunnen houden. Een volk zoekend naar zichzelf…… Misschien dat poëzie kan helpen hierbij.

Kom, we moeten nog naar dat land
Reizen om onze lippen op elkaar af te stemmen
te zoeken naar de juiste wijnen, nu er nog tijd is,
Om zang van zinnen en rimpels
Te wissen, te deppen. Herfst
Huist. Bladersterfte in oud blijf.
Kom, er nadert niets, kom.
Hans van de Waarsenburg
Uit: Azul, Uitgeverij Wereldbibliotheek, 2006

De Nationale Gedichtendag had het thema "Wachten". Op NS-station Utrecht-Centraal was er speciaal voor deze dag een manifestatie georganiseerd.
De trein tussen Chevremont en Maastricht reed niet om 6.04 uur, niet om 6.34 uur, en om 6.45 uur besloten we te kiezen voor vier wielen en drukbereden asfalt om op ons werk te komen. 1-0 voor de auto. Ondanks het geduldige "wachten", wilde er maar geen gedicht bij me opkomen. Alleen maar ergernis. Helemaal "ontspoord" kwamen we op het werk. Om al na een halve werkdag weer terug te keren naar het thuisfront. Speciaal voor de poëzie. En natuurlijk om te genieten van het landschap rondom de abdij.

Prinses Irene sprak op deze Nationale Gedichtendag de 2e Kamer toe. Ze pleitte vurig voor het "milieubewustzijn" van kinderen. "Met de klas de natuur in", was haar devies. De 2e Kamer reageerde "lauw". Zij hebben duidelijk de essentie van het verhaal gemist!

Bruce Springsteen zingt op de achtergrond en "verlicht" mijn donkere kamer met zijn stem. Amerikaanse "Working-Class-Poetry".

You can’t start a fire without a spark...

3 opmerkingen:

De forens zei

De gedichten van de Poeziedag zijn te lezen op de site:

http://www.poeziefestival.nl/frameset.htm

Rondeel in de wijngaard

Wijngaardier, hoe wordt de oogst dit jaar?
De schrale snoeischaar van de westenwinden
zag ik vanmorgen langs de trossen gaan.
Wil de kwetsuren met honing verbinden,
vlecht zwachtels van verdriet en venushaar.

Wijngaardier, ik sterf van dorst dit jaar
en er zal niet genoeg zijn om te drinken;
de raaf strijkt neer in lichaams druivelaar
en oogst de wijn van minnaars en beminden:
onder het lover der herinneringen
streel ik het gras als eens haar donker haar.
Geef mij je wijngaard om hem leeg te drinken
en bid God om een goede oogst dit jaar.

Mattheus Verdaasdonk (1918-1966)

Wijn

Wijn heeft een oud gezicht soms
En een jong gezicht soms en soms
Het barokke gezicht van de Satyr
Op een reliëf van Delos
En soms het gezicht van de wijsgeer
Socrates domweg diepzinnig,
Wijn heeft zovele gezichten
Als er denkers zijn dichters en proevers
Maar altijd – hoe ook de wijn valt –
Is dat gezicht eerbiedwaardig:

Eerbiedwaardig van wijsheid
Eerbiedwaardig van waanzin
Eerbiedwaardig van wellust
Eerbiedwaardig als wijn is.

Bertus Aafjes (1914-1993)

Persoonlijk

toch zijn mijn teksten
gladder geworden
met veel minder
oneffenheden

en ik die dacht
dat ik steeds authentieker
zou spreken
twijfel nu aan mijn eigen vermogen

ik hou niet van gladheid
ook al zijn het appels
met hun voltooide
en volledige vruchtvlees

zonder meer een vooroor-
deel natuurlijk
want hoe zouden wij leven
als er niet ergens
voltooiing wachtte

Sonja Prins (1912-2009)


VIJFLETTERWOORD

Is het kunst
vraagt hij voorzichtig
anders weet hij niet
of hij genieten mag
als hij het mooi vindt
wil dat dan zeggen
dat het kunst is

ik kan het niet helpen
ik vind het mooizegt hij
alsof hij er zich voor verontschuldigen moet
bij de kenner die zegt
dat het geen kunst is
maar als hij het mooi vindt
dan staat het dat vrij
zegt de kenner goedgunstig.

Remco Campert (1929)

Borinage néerlandais

Grondig gedeukt onder de zware schreden
van de gezworenen uit hoger hand,
ken ik géén streek zó tot de ziel vertreden
dan dit mijn enig Limburgs Nederland.
Zó wreed, zó diep, zó koolzwart aangesneden,
zó tot zijn wezenskernen aangerand,
moet ik betwijfelen of de gebeden
uit deze zwerende onzuiverheden
ooit in de hemelen zijn aangeland.

Gerard den Brabander (1900-1968)




Reïncarnatie

Wil iemand in mijn benen lopen,
in mijn mond zijn woorden leggen
en in mijn handen stijve vingers
soepel strekken voor pianospel
of strelen – wie wil mij aan?

Word ik de eerste keus of heeft
een mooier lichaam niet gepast
Lig ik opgevouwen achteraan of
hang ik breeduit in de etalage?

Hoe weten zij hoe ik mij was?
Welk nog onzichtbaar etiket
is in mijn nekrand vastgezet?

Ester Naomi Perquin (1980)



Liefdeslied

Als hij lacht dan sneeuwt het rozen
zijn wenkbrauw is een dennenbos
of brandnetels, wuivend in de wind.
Als hij lacht dan sneeuwt het rozen
ik heb hem lief, ik ben zijn kind.

Zijn oor een vat vol fluistering,
het fluistert er vol rozen
en honinggeur hangt in zijn haar,
zijn hand, een korenaar.
Het sneeuwt, als hij lacht, vol rozen.

In een zwerm vlinders wandelt hij
aan mijn zij, tussen berken.
De vlinders aain de rozen,
ik aai zijn korenaar
als een vlinder sneeuwt hij rozen.

Anneke Brassinga (1948)

wonderbaarlijke maand

dat was in de wonderbaarlijke maand
van bloesemingen en overvloed
toen mijn borstkas opstoof als papaver
ribben in sierpennen uitwaaierden
mei mijn magere taal openbrak
vergelijkingen vrat als vuur water

ik schaamde mij diep naar poldergewoonte
in loden jas tussen druppel en wind
ongevoelig bij takken struikgewas doornen
had ik licht opgevat
ik wreef haar in
en doorzichtig vernederend fonkelniezen
kwam over mij o wonder daar ging ik
men zou van minder uit schamen gaan
maar dit was mijn ziekte baarlijke liefde

Ramsey Nasr (1974)

Maud zei

Hey, leuk - de nationale gedichtendag! Dat is wel iets voor schrijvers zoals wij.

Bedankt ook nog, voor je leuke reactie op mijn nieuwe column. Ik hoop na mijn studie nog veel te kunnen gaan reizen, dus ik wacht verheugd af...

Groeten,
Maud

Lilian Caessens zei

Graag even op je blog vertoefd, ik ben nog lang niet uitgekeken, maar het zonnetje schijnt..de hei roept;-)

groet, Lilian