Maar ik koos voor… Arthur Japin.
Net zoals Leon de Winters "Recht op terugkeer" is "De overgave" van Arthur Japin een roman over het verlies van een kind. Japin blinkt uit in het beschrijven van mooie details, waaruit de trots en moed spreekt van een moeder. Maar ook hoe een moeder verdacht wordt en door religieus extremisme in een hoek wordt gedreven. Ik vind de passages mooi waarin zij zich steeds verbaast over de herinnering aan een olifant van een circus, die ze ooit heeft gezien. Terwijl ze zich schuldig voelt om het feit, dat ze volgens haarzelf andere herinneringen moet koesteren. De vastberadenheid en trots om geen krimp te geven, als ze naakt aan het baden is en wordt gadegeslagen door een indiaan, om daarna langzaam uit het water te schrijden en snel haar kleren aan te doen.
Maar ook haar liefde voor het land en de pijnlijke constatering dat ze net als de indianen van dit land houdt. En ik geloof de schrijver als hij op de achterflap schrijft: "Een mens is nu eenmaal gebouwd om op te geven".
Om deze redenen vind ik dat Arthur Japin de publieksprijs moest winnen.